Stuifzand
Het zand van de duinen
Verstuift in een vlaagje wind
Het fladdert tot de sterren
En het valt stil
Boven ranke bomen
Wuift het rode gras
Zij houdt het stuifzand
Stevig vast
Mijn zielevuur joeg storm door jou
Voorwaarts met volle kracht
Ik brak door jouw duinrand
Sloeg golven o zo zacht
Wanneer ik te dichtbij kom
Voor jouw poorten sta
Verdwijn niet en bezwijk niet
Volg wat waar is in de klop van je hart
Kom bij me in jouw reine houvast
(maart 2009)
Weer op pad
Weer op pad, weer op pad
Ik kon niet blijven waar ik was
Weer op pad
Zit in de trein naar Amsterdam
Het kale land glijdt langs mijn raam
Ik weet wat ik achter laat
Alleen god weet waar ik morgen sta
In Middelburg woonde ik een jaar
Het was niet goed, het was niet kwaad
Ik kan niet klagen over wat er was
Maar waar zijn mijn vrienden in die stad?
Weer op pad, weer op pad
Ik kon niet blijven waar ik was
Weer op pad
Ik sta op het Centraal Station
Met mijn fiets, twee tassen vol
Met mandoline en gitaar
En mijn rugzak sta ik daar
Weer op pad, weer op pad
Ik kon niet blijven waar ik was
Weer op pad
Maar echt, ik ben het zwerven moe
Ik hoef helemaal nergens meer naar toe
Heb ik de sleutels van een eigen huis
O dan blijf ik lekker...
Thuis
(april-september 2009)
Wat ik van je denk
Je vroeg me: 'wat denk jij van mij?'
Zo lang ken ik jou niet
Maar het is al veel te veel
Om te zeggen in een lied
Ik zag je stralen gelijk de zon
Die goud in het water schijnt
O zoete regen op een hete dag
Jij bent mijn coke, jij bent mijn wijn
O, o dit is een liefdeslied
Wat zou het anders zijn?
Dit is het antwoord op jouw vraag
Dit is wat ik van je denk
Kon ik maar jouw kussen zijn
Jouw deken of jouw bed
Was ik maar de plek
Waar jij je hoofd te rusten legt
Je bent zo teder en zo sterk
Zo dapper en zo stil
Toen ik in jouw ogen keek
Wist ik: jij bent de enige die ik wil
O, o dit is een liefdeslied
Wat zou het anders zijn?
Dit is het antwoord op jouw vraag
Dit is wat ik van je denk
(2004-2009)
Als de Lente weer komt
O als de lente weer komt
Warme wind, zoete zon
O als de lente weer komt
Bloemen springen uit de grond
Alle kleuren groen
Een knipoog en een zoen
Oo oo oo als de lente weer komt
O als de Lente weer komt
Fierezwiere zonjapon
O als de lente weer komt
Avond uur of ochtendstond
De hele dag loop je rond
Met een glimlach om je mond
Oo oo oo als de lente weer komt
Vogels zingen van seringen
De jasmijn ruikt zo fijn
Kon het maar altijd lente zijn!
O als de lente weer komt
Warme wind, zoete zon
O als de lente weer komt
Bloemen springen uit de grond
De hele dag loop je rond
Met een glimlach om je mond
Oo oo oo als de lente weer komt
(2007-2009)
Land als Kind
Aan de dijk vlakbij het schelpenstrand
Waar ik over de Schelde staarde
Boot of schip laat mij met je varen
Naar een nieuwe kust
Op die dijk met riet en modderplassen
Sprong ik een reus van stad tot stad
Over zeeen en ravijnen
Continenten, koninkrijken
Land als kind, mijn land als kind
In het brakke braakmanwater
Zwom ik tussen lijntjes in
O eiland waar ik naar reikte:
Ik kon slechts van afstand kijken
Ik was verliefd op Marjolein
Zo lief, zo teer, zo mooi, zo fijn
Ik durfde amper met haar te praten
Laat staan dat ik haar aan zou raken
Land als kind, mijn land als kind
Soms denk ik nog aan Peter-Jan
Hij was toen al een grote jongen
Wij wierpen sterren, sprongen van schommels
Tekenden strips of deden niks
Jaren later zag ik hem in de stad
Een kunstenaar die toekomst had
Kijk wat een mooie tekening
Een kogel streepte die rekening
m m m, m m m
Tussen Terneuzen en de Braakman in
Daar staat de Dow met hoge torens
Zij fakkelt haar vlammen dag en nacht
Je ziet ze branden van verre af
Nummer Een ligt vlakbij Boerenhol
't Boerengat grensde aan de Knol
O Wulpenbek en Vogelwaarde
Vette klei, vruchtbare aarde
Land als kind, mijn land als kind
De plek waar ik ooit hutten bouwde
Staat nu vol met flatgebouwen
Wat daar nog rest van mijn land als kind
Is de zilte smaak van de zoete wind
O dijk vlakbij het schelpenstrand
Waar ik over de Schelde staarde
Boot of schip laat mij met je varen
Naar een nieuwe kust
(Februari 2009)
Kom met me blues
Vrouw, vrouw, vrouw, vrouw, vrouw, vrouw
Kom met me, kom met me mee
De nacht is goed ook de ochtend is zoet
Weet jij al wat je 'smiddags doet?
Vrouw, vrouw, vrouw, vrouw kom met me mee
Vrouw, vrouw, vrouw, vrouw, vrouw, vrouw
Kom met me, kom met me mee
Samen stomen we de rapen gaar
Een keer komen is niet klaar
Vrouw, vrouw, vrouw, vrouw kom met me mee
Vrouw, vrouw, vrouw, vrouw, vrouw, vrouw
Kom met me, kom met me mee
Van rode peper tot honingzoet
Ik weet hoe ik beminnen moet
Vrouw, vrouw, vrouw, vrouw kom met me mee
Wintervuurplaats
Wordt wakker kraait een haan
Tijd om op te staan
De nacht is voorbij
Een Ger staat op het land
Tussen spoor en snelweg ingeplant
Spelend met de tijd
Maar wat ik doe
Waar ik het ook zoek
Ik weet diep in mij
Ik ben vrij
Ben ik vrij
Wanneer het haardhout brandt
Is de tent behaaglijk warm
Al is het buiten bitterkoud
Venus, mars en maan
Die aan de hemel staan
Dansen met een grijns
De woorden die je sprak
Verwarmden mijn hart
Ik dank je voor wat ik zag:
Diep in mij ben ik vrij
Wordt wakker roept de zon
Omhels de ochtendstond
Wees onbezorgd en wees blij
Want het is geen loze plicht
Te wandelen in het licht
Dat vlamt achter de tijd
En wat ik ook doe
Waar ik het ook zoek
Ik weet diep in mij
Ik ben vrij
Ben ik vrij
(Januari 2009)
Ze houdt van de Zee
Ze loopt met haar dochter over het strand
Enkel de Zee maakt gedachten leeg
En weg is de man die zo plotseling kwam
Zijn storm was teveel
Hij kwam met 'wij' en 'graag of niet'
Vol hoop, met beloftes en verdriet
Zij houdt van de Zee, maar niet van de vloed
Rond haar hoofd waait een ander
Die als een stilleven ligt
Gedrukt in de woorden van haar gedicht
Ze houdt van de Zee, maar de vloed is vervloekt
Dan hoort ze haar dochter
Lachend om het zand
Ze geeft haar een zoen, neemt haar bij de hand
Ze houdt van de Zee en alles is goed
(30-10-2008)
Carillon
De lucht schemert blauw door mijn raam
Wolken van paars naar wit
Mijn kachel brandt warmte aangenaam
Ik ben blij dat ik hier zit
Andijvie groeit in eigen tuin
Naast appel, vijg en pruim
O het is zeker goed
Hier simpel zo te zijn
Nu sijpelt de maan door mijn raam
Zoveel zachter dan de zon
Ik wou dat er iemand naast mij zat
Met wie ik dit delen kon
Buiten klinkt het carillon dat een gat in de stilte slaat
Alweer een jaar in een nieuwe stad
Ik kwam van ver, berooid en bekaf
Alweer een jaar in een nieuwe stad
Ik wist wel dat het goed zou gaan:
Ik vond weer een huis, ik vond weer een baan
En verloor weer mijn hart
(November 2008)
'Het'
Het kruipt zich een weg omhoog
Tot in je hoofd
Het vreet als een hongerig beest
Jouw pijn zijn feest
Het zweet breekt scherp en koud
De vloedgolf beukt jouw hart
Het is weer zover: je adem stokt
Het is weer zover: je geest ontploft
Kom op, kom op: wees niet bang
Jij bent niet jouw angst
Het is geboren in het holst van jouw nacht
Gegroeid uit pijn en angst met liefde voor de haat
Het komt zo onverwachts snijdt zo gemeen en zo diep
Dat jij geen licht meer voelt of ziet
Maar jij bent sterker dan de storm die jou aan stukken scheurt
Sterker dan alles wat jou ook gebeurd
O veel dieper dan dat brandt jouw licht op volle kracht
Ik kan het weten want ik ken jouw lach
(November 2008)
Zaterdag
Maandag morgen, je draait je om op mijn matras
Zo van: 'Hey liefste hier wil ik altijd blijven'
Maandag morgen, een ding dat mij zeker was
'Hey vrouwe welkom in mijn hart'
Al ken ik jou pas sinds zaterdag
Ik ken jou pas sinds zaterdag
Maar wat een nacht, wat een dag en wat een nacht
Het klopt, het klopt, ik hoor de hemelen juichen
Laat varen alle twijfel open alle sluizen
Het klopt, het klopt, hoe moet ik het beschrijven
Zonder overdrijven ik wil altijd bij je blijven
Lief genie van huid en taal, jij wondernymph en supervrouw
Ik ken jou pas sinds zaterdag
Ik ken jou pas sinds zaterdag
Maar wat een nacht, wat een dag, wat een nacht
Maandagmorgen, een hart van tandpasta
Het enige hart dat jij mij kon schenken
Maandagmorgen, hoe onwetend dat ik was
Een mens kan niet alles weten
Het was de laatste dag dat ik jou zag
Het was de laatste dag dat ik jou zag
Maar wat een nacht wat een dag en wat een nacht
Ik wens je een fijn leven!
(November 2008)
Hey E
Hey E, hey E, ga je met me mee?
Hey E, hey E, naar bergen of naar zee?
Als dit lied jou niet verveelt
Zijn onze dromen heel reeel
Hey E, hey E, geloof maar dat het kan
Want E, o E, ik ben niet zomaar een man
Met jou maak ik graag een kind of twee
Maar met jou alleen is ook okee!
Heb jij het swinters koud dan hak ik duizend kilo hout
Wil je stilte om je heen dan ben ik heel sereen
Wanneer de zon jouw huid verbrandt dan breng ik schaduw in het land
Wanneer de lucht vol duister is dan breng ik jou het licht
Ik weet dat ik voorbarig ben dat ik jou nog echt niet ken
Maar het is geen vlinders kriebelboel, mijn hoofd is juist ontzettend koel
En zowaar als ik mijzelf ken ik weet dat ik hier eerlijk ben
Hey E, hey E, ga je met me mee?
(oktober 2008)
Isarai
O kleintje jij, een wonder groot
Maar ook veel fijner dan een bloem
Heb geen haast om groot te worden
Daar hoef je echt geen moeite voor te doen
Isarai Isarai
Jouw engel waakt,
Hou die voor altijd bij je zij
De wereld vraagt om hoop en liefde
En hoop en liefde dat ben jij
Isarai Isarai
En als jij later kennis maakt
Met de kracht van de onbreekbare wind
Hou de goedheid van je hart
En vrees geen kwaad. Jij lieve kind
Isarai Isarai
(oktober 2007)
Ierse Zee
Ik vaar weer over de Ierse zee
In Dublin kom ik aan
Ik vaar weer over de Ierse zee
In Dublin kom ik aan
Ik ontmoette Anastasia
Zij was mooier dan de maan
Ik ontmoette Anastasia
Zij moest helaas weer gaan
In Mayo zijn de golven hoog
Veel hoger dan een man
In Mayo zijn de golven hoog
Veel hoger dan een man
Galway is een fijne stad
Ik zong in elke steeg
Galway is een fijne stad
Ben in elke kroeg geweest
Ik vaar weer over de Ierse zee
In Fishguard kom ik aan
Ik vaar weer over de Ierse zee
In Fishguard kom ik aan
(1999-2008)
Adem in, Adem uit
Al de jaren dat ik vluchtend was voor iets dat ik niet begreep
Dezelfde angst die toen ik vers geboren was mijn keel dichtkneep
Ik los de last om verder te gaan
Ik zwierf van stad tot stad, ik zwierf van huis tot huis
Waar ik ook een sleutel had, nergens was ik thuis
Ik los de last om verder te gaan
Maar halverwege dit levenspad nam ik een besluit
Ik wist niet dat het zo simpel was: adem in, adem uit
Ik los de last om verder te gaan
Eva (Driehoog in Cannes)
Ik denk aan Eva, die mooie vrouw
Ze woont met een man die niet van haar houdt
Die haar kinderen slaat en slaapt heel die dag
Haar laat zwoegen voor de huur en zijn plezier van de nacht
O Eva, ik denk aan jou
Het begon zo mooi: wandelen hand in hand
En van vrijen op het strand daar krijg je kleintjes van
Huisje boompje beestje, driehoog in Cannes
Maar na de vleugels van de eerste start Volgde de klap van alledag
De prins die eens jouw alles was veranderde langzaam in een pad
O Eva, ik denk aan jou
Er was een vonk die oversprong: jouw ogen warmden mij als die franse zon
Maar ik ben niet een man die driehoog wonen kan
Ik zie je staan en je rug is recht, maar jouw huwelijk is krom
Ga bij hem weg
(juli 2007)
Wandelschoenen
Ik heb mijn wandelschoenen, mijn wandelschoenen aan
Ik zal straks weer vertrekken, ik moet straks weer gaan
Ik ga naar de bergen of waar het lot mij brengt
Ik ontmoet vele goede mensen, waarvan jij er eentje bent
Maar op een dag dan zal ik stoppen, zal ik blijven waar ik ben
Naast die vrouw waar ik mij neerleg waar ik me aan beken
Maar tot dan die wandelschoenen, hou ik mijn wandelschoenen aan
Ik zal straks weer vertrekken, ik moest straks weer gaan
(juni 2007)
Vertel me iets nieuws
Jij vertelt mij van alle rampen die bezig zijn of komen gaan
Van de mens die in een robot verandert, de aarde die zat is van ons bestaan
Van 666 op elke streepjescode, van mind-control, controlestaat
Van boze olifanten, verdwenen regenwouden, dode walvissen en ratten zonder staart
Van de legers die klaarstaan om miljoenen te doden, de titanenstrijd die over ons raast
Je vertelt niets nieuws, je vertelt niets nieuws
O het zal wel dat een wereld vergaat
Maar als je denkt dat de wereld vergaat
Plant dan een boom!
Vertel mij liever van het wonder van water, de geur van de bloem en de kleur van de ziel
Vertel mij liever van zonlicht en liefde: vertel me iets nieuws!
O het zal wel dat een wereld vergaat
Maar als je denkt dat de wereld vergaat
Plant dan een boom!
(juli 2007)
Man alleen
In elke kroeg na middernacht zit een eenzame die snakt naar iemand warm en zacht
En natuurlijk houdt hij hoop want zonder hoop is hij slechts schroot, hoop en liefde
Een nacht slaat hij niet af terwijl hij toch eigenlijk wacht op iemand voor iedere dag
Misschien ken ik jou al een jaar of tien misschien heb ik jou nog nooit gezien
Misschien ben je blond, bruin of rood, heel gewoontjes of een echte stoot
Misschien ben je rood, blond of bruin, iets te lang of veel te klein
Misschien ben je bruin, rood of blond, veel te dun of als een ton zo rond
Zolang jouw ziel de mijne raakt ben je helemaal volmaakt
Dan ruim ik met liefde mijn rommel op, misschien dat ik zelfs met roken stop
Een man alleen geeft echt geen reet. Niets is meer aan hem besteed
Pas wanneer er iemand naast hem staat is het leven hem iets waard
Met ogen zwart, groen of blauw. Jij mooie lach, jij lieve vrouw
Met ogen blauw, zwart of groen. Voor jou wil ik echt wel moeite doen
Met ogen groen, blauw of zwart. Hier is de sleutel van mijn hart
En als ons vuur bestendig brandt dan vraag ik je om je hand
Ik geloof niet dat een man zonder liefde leven kan. Een mens hoort niet alleen.
(september 2008)
1 ritme, 1 maat
Alles 1 ritme, alles 1 maat
Iedereen vrij? Iedereen slaaf!
We staren ons blind horen ons doof
De ipod geprezen de tv geloofd
Deze machine kent geen genade
Efficiente productie zijn enige waarde
De mens een resource dat moet worden ingepast
Gehersenspoeld en afgemat
Joepie ole wij mogen stemmen: in de democratie is het volk vorst
Andere zakken zelfde mest, andere verpakking dezelfde worst
Schapen huilen naar de maan, wolven blaten over terreur en islam
Vingertjes wijzen hysterici krijsen. O de balken in ogen die over splintertjes zeiken
Alles 1 ritme, alles 1 maat
Iedereen vrij? Iedereen slaaf!
En nu is het tijd om de ketens los te slaan
Niet met geweld als een domme baviaan
Angst en haat zijn verspilde tijd
Een enkel wapen dat je echt bevrijdt:
Liefde
Liefde voor al dat adem heeft.
(december 2004 oktober 2008)
Meissie meissie
Meissie meissie echte vrouw,
Jouw schoot zo zoet als ochtenddauw
Jouw ogen groen als zee en gras,
Je huid zo zacht als de maan bij dag
Jij spiegel jij, jij elvenwerk,
Ik kniel mij neer, ik zing in jouw kerk
Na menig gebed bij donkere nacht
Kwam jij bij mij als het licht zo zacht
Oo jij bent gegroeid in mij, oo jij bent gegroeid
Jij witte roos met doornentong,
Mijn honingraat, mijn ochtendzon
Ik daalde in jouw vallei af
Terwijl ik tussen jouw heuvels lag
Wij vrijden vrij, wij tolden rond
In het bed, in het park, op de grond
Ik vrat jou op met huid en haar
Wij deden alles met elkaar
Oo jij bent gegroeid in mij, oo jij bent gegroeid
En dan de ruzies: hart tegen hart
Juist door tranen besefte ik pas
Hoe waar het was
O o o jij bent gegroeid in mij, oo jij bent gegroeid
Meissie meissie echte vrouw
Ik zocht wat ik vond in jou
Jij bent een vuur dat in mij gloeit
Meissie: jij bent gegroeid
(2006)
Een dag als toen
Een grasspriet danst tussen mijn tanden
De klaproos uitdagend en charmant
De wind ruikt zoet naar verre landen
Ik hou de wolken in mijn hand
Een vlinder zweeft voorbij hangt even stil
En kijkt naar mij
Alles voor een dag als toen, alles voor een dag als toen
De zon strooit goud in het water
De wilg schenkt schaduw aan de kant
Enkel nu: geen zorg om later
Geen enkel teken aan de wand
En die vlinder vloog voorbij hing even stil
En keek naar mij.
Morgen weer een dag als toen, morgen weer een dag als toen.
(Augustus 2006)
Jan Soldaat
Het ziet groen op straat
Met laarzen zwart en in vol ornaat
Flaneert daar Jan Soldaat
Ja ook hij heeft een moeder, een lief en een hond
Die kwispelent opspringt wanneer hij eindelijk thuis komt
Hij spreekt dan van "plicht" en van "nobele zaak"
Want het volgen van zijn hart behoort niet tot zijn taak
Want bevel is bevel
O ja dat leren ze 'm wel
Bevel blijft bevel
Voor Jan Soldaat
In bergen en woestijn geeft hij ze van katoen
Zodat de amerikanen elders
Het werk nog vuiler kunnen doen
En voor een klus op eigen bodem
Haalt hij zijn neus niet op
Met tanks en helicopters
Geeft hij twintig krakers klop.
Die dag het bevel: Niet al te dood'lijk geweld.
En bevel is bevel,
Gelukkig wel.
"V!O!C!" roept een minister
"Houzee"; De dronken korperaal
"Laat dat derde krat maar komen
Dat is goed voor de moraal!"
"O zo gruwelijk fout toch die Turken van toen,
Kom we nemen er nog eentje:
Op van Heutz en JP Coen!"
"Hey wie wil nog wat coke?
Lag nog in het ruim."
"Ach, sinds mijn tripje naar Kabul
Groeit er papaver in mijn tuin!"
Bevel is bevel
Voor een goede deal negeert hij dat wel,
Maar verder blijft een bevel
Toch een bevel
In naam van vrijheid en democratie
Brengt hij slechts haat en grenzeloos verdriet.
Met de vingers aan de trekker en de kop in het zand
Oorlog maakt, als altijd, een monster van een man
Maar beste Jan: als mens ben jij heus niet slecht
Maar wat mij zo benauwd als ik jou tegenkom in 't echt:
Wanneer een meerdere jou toeschreeuwt:
"Schiet een kogel door zijn kop"
Dan doe jij dat zonder morren:
Want dat is toch echt jouw job
Want bevel is bevel
Blijft een bevel
(November 2006)
Stap voor Stap
Zing dit lied dan bij het lopen
Er is een lange weg te gaan
Wees niet vertwijfeld kijk niet achterom
Vooral niet stil blijven staan
En als de wanhoop jou weer overvalt
Loop dan stug door
Want jij weet nu hoe het pad te gaan
Rechtop de bochten door
Loop ook door bij storm en regen
Wanneer de zon jouw huid verschroeid
Maar sta ook stil bij hoop en zegen
En hoe je bent gegroeid
Als de wanhoop jou weer overvalt
Loop dan stug door
Want jij weet nu hoe het pad te gaan
Rechtop die bochten door
Stap voor stap. Meter voor meter.
Stap voor stap. Meter voor meter.
O nee, o nee, het is niet gemakkelijk
Het zal niet vanzelf gaan
En als je weer eens bent gevallen
Vergeet niet op te staan!
(Walking Song: 2004 vertaling: 2006)
Eenderde Santiago
Ik pakte mijn rugzak, gitaartje kaarten en kompas
Toen nam ik de benen, vol goede moed in flinke pas
Liep in velden langs wegen, vermeed zoveel mogelijk steden
De maan was mijn deken het gras was mijn matras.
"Ga met God" zei de bisschop, maar ik dacht aan jou
Iedere dag, iedere nacht.
Ik sprak Antoon in Assenede, Goede Thierry in Armentieres
Morgana woont in Menen, in Gosnay leeft Madeleine.
En de hondsdagen blaffen niet, nee ze bijten
Het zweet uit mijn lijf
Zonnebloemen kunnen geen zon meer zien
Ze huilen rij aan rij
Dit land kent keen schaduw en geen water
De akkers zijn woestijn
De akkers zijn woestijn
Na eenderde Santiago kreeg de Camino mij eindelijk klein
Wat ik liep in zes weken duurt drie uurtjes met de trein.
(Winter 2006)
Schuil in mij
Als een boom die wortelt in de lucht
Waaide ik met winden mee
altijd op de vlucht
Ik holle stam zoek naar de grond
Om die wortels uit te slaan
Te bouwen en te groeien
Voor iemand recht te staan.
O kom, Schuil in mij
Op het kruispunt hang ik al vele levens rond
Telkens weer meegesleurd door wat mij overkomt
Maar hoe je je door de golven slaat
Ligt echt in eigen hand
Zelfs als de storm raast
Je laatste strohalm brandt
O kom, Schuil in mij.
(Juli 2005)
Altijd Onderweg
Een lentedag tussen grauw en blauw
Een nieuwe plek niet ver van jou.
Niets is ouder dan een nieuw begin
En niets is nieuwer dan waar ik nu ben.
Altijd, ik ben altijd onderweg.
Of ik nu stil sta, vlucht of vecht,
Altijd onderweg.
Teveel liefde weggegooid
Teveel zaad zomaar rondgestrooid.
Niets is ouder dan die verloren man
Die het paradijs niet meer betreden kan.
Altijd, altijd onderweg.
Of ik nu stil sta, vlucht of vecht,
Altijd onderweg
O het raadsel van de tuin waar ik naar verlang
Zij is ouder dan de tijd dat ik ter wereld kwam
Wat klaag ik over de zondeval?
Denk jij dat weemoed iets veranderen zal?
Al breek ik los uit Maya's kooi
Mijn reis is nog niet voltooid
Altijd, ik ben altijd onderweg
Of ik nu stil sta, vlucht of vecht
Of ik nu stil sta, vlucht of vecht
Vragenvuur
De kachel smelt mijn ogen dicht
De kou omhelst het raam
Alhoewel er niemand naast me ligt
Ben ik zeker en voldaan
De zorgen van het dagelijks brood
Zijn begraven in de vlam
Het houtvuur heeft de vraag geblust
Of ik morgen eten kan
Maar ik weet dat de tijd voor mij niet stil zal staan
Ik ben klaar voor de strijd die ik aan moet gaan:
Ik, die stem, die gitaar
En zie hoe de aarde haar rondjes draait
En voel hoe de wind naar alle kanten waait
Maar, vrees geen gevaar
De antwoorden van gisteren
Zijn de vragen van vandaag
Wat nu onwrikbaar lijkt
Is morgen weggevaagd
(2005)
Zingen & Zijn
Vele nachten waakte ik
Leefde de vraag die ik niet begrijp
Bij het ochtendgloren
Sliep ik verloren tijd
Elke minuut van elke dag
Vocht ik ongelijke strijd
Met de dromen: die demonen
Van de eenzaamheid
Laat me zingen, laat me zijn
Bid voor mij, maar laat me vrij
Laat me doen, laat dit leven
Werkelijk zijn
Ik veranderde van land
Dat maakte echt geen donder uit
Waarheen een schip ook vaart
Het blijft dezelfde schuit
Ondanks alles wat ik las
Alle kennis die ik bezat
Alle gedachten die ik had
Wist ik niet wat wijsheid was
Laat me zingen, laat me zijn
Bid voor mij, maar laat me vrij
Laat me doen, laat dit leven
Werkelijk zijn.
(5 april 2005)
Alle Zeilen Bij
Surf op drijfzand
Drijf maar op je surfplank
Ploeg jezelf
Door de modder van het bestaan
Jij die denkt
Dat alles droog zal blijven
Trek nu alvast
Je zwembroek maar aan
Nee, o nee,
Ik wil geen onheil preken
Liefde is groot
En de aarde draait wel door
De dood is niets
Dan de bodem van dit leven
Leven is niets
Dan het examen voor de dood
Alle, alle, alle zeilen bij.
Bouw op de zandbank
Werk maar aan het grootse plan
De luchtkastelen
Tussen zon en maan
De wortels drijven
De grond is weggeslagen
Op lemen voeten
Kan de reus niet staan
Alle, alle, alle zeilen bij.
(maart 2005)
Klei, wei en water Geluid Live Video
Ik kom uit het land
Van klei, wei en water.
Brak zoet of zout,
Regen wind en kou.
In het land der blinden,
Slaapt een dove koning.
In zijn dromen hoort
Hij het blaffen van de hond.
Ja ik heb geworsteld.
Mijn hoofd is bijna boven.
Ik wacht op de zeis
Die het maaiveld scheren zal.
De rietkagen wuiven naar de eenzame kreek.
De graanstengels buigen voor de lucht laag en bleek.
De strohalmen drijven op de golven die slaan,
tegen armen die grijpen naar een beter bestaan.
Ik kom uit het land,
Van kunstmest en snelweg.
Stapels formulieren.
Waar de mensen zijn als mieren.
Waar God wordt doodgedacht
Hoofden op hol gebracht
Door de eentjes en de nullen
Die de dromen vullen.
Ik kom uit het land
Van klei, wei en water.
Brak zoet of zout.
Regen wind en kou
(December 2004)
De Meeuw Geluid
De meeuw kent haar vrijheid niet
Voelt geen geluk en geen verdriet
Van jaloezie zich onbewust
Zweeft zij langs de kust
Van golf tot golf springt herfstzon
Geeft de dag haar glans
De wolken breken licht
Geen regen overspoelt de waterkant
Vandaag een dag als ieder ander
Vandaag de dag is zo voorbij
neurie
Dankzij al ons gezwoeg
Is er weinig vis, maar vuil genoeg
Voor de meeuw om goed te leven
Onze droom een vorm te geven
speldeprikjes waait de wind
Voel hoe zij plagend snijdt
Iedereen hier weet
Dat zij haar messen slijpt
Vandaag een dag als ieder ander.
Vandaag de dag is zo voorbij.
neurie
Elk getij, elk seizoen
De meeuw zal haar ding wel doen
Zij vecht en vliegt, vrijt en vreet
En laat een ijselijke kreet
neurie
De zee slaat tegen de hoge klif
In de verte vaart een eenzaam schip
Een schaduw scheert over de rots
Een meeuw? Nee een albatros
Vandaag geen dag als ieder ander
De dag vandaag is zo voorbij.
neurie
(Oktober 2004)
------------
De Kruik Geluid
Ik herinner mij die vrouw
De stem zo krakend helder
Holle ogen vol wanhopig licht
Armen hoog geheven
Alsof zij ter hemel zwom
Voor hen die willen luisteren
De woorden die zij zong:
Waar is water? Leger raakt de kruik.
Waar is water? Leger raakt de kruik.
Waar is lucht? De aarde snakt naar lucht.
Waar is lucht? De aarde snakt naar lucht.
Eens stroomde zij over, gevuld tot aan de rand.
Nu is er dorst, geen druppel in dit land.
En waar gaat zij heen?
Als zij afscheid heeft gezegd?
Nadat haar omhulsel is afgelegd?
Zij lijkt echt te weten
Dat zij dan alles achterlaat!
Maar hoe zij is gestorven
Is hoe het weer verdergaat.
Waar is liefde? De ziel raakt dor en droog.
Waar is liefde? De ziel raakt dor en droog.
De bodem ligt eruit. Leger raakt de kruik.
De bodem ligt eruit. Leger raakt de kruik.
(Oktober 2004)
----------------------------------------
Terneuzen Geluid
Na lange lange tijd
Weer in mijn oude stad
De plaats waar ik
Geboren en getogen was
Plots hoorde ik mijn naam
Dus draaide ik mij om
Ik zag een schoonheid staan
Mijn hart schoot uit de kom
Hey hey Mirjam, blij dat ik jou tegenkwam
Hey hey Mirjam, ik zie je weer in Amsterdam
Toen ik de eerste hulp vroeg
Belandde ik in een kroeg
Waar de whisky en de wiet
Niemand nog ontziet
Waar de koppen zwijgzaam praten
Over de pijnen van het hart
Waar de zoete dromen rotten
Waarvoor de kracht ontbrak
Uit arre arrenmoede
Ging ik naar de coffeeshop
Daar lachte jij mijn naam
Daar knapte ik van op
Hey hey Kitty, ik ben blij dat ik jou zie
Hey hey Kitty, maar jou dat zeggen durf ik niet
Mijn wereld was het riet
De knotwilg aan de kreek
Waar ik in dromen zwom
Elke zee bedwong
Maar wij ganzen spelen zwaan
Met vleugels sterk en wijd
Trots als de woontoren
Die de dijk doormidden snijdt
Hey Terneuzen, ik ben blij dat ik jou ken
Hey Terneuzen, ik zie je weer als ik terug ben
(September 2004)
--------------------
Salutem
Aan hen die mij met stenen,
spuug en vuisten hebben neergetrapt
O de woede is allang verdwenen
Ik dank jullie voor
De les die ik heb gehad
En aan hen die ik met woorden doorzeefde
Met helle-ogen overvlamde
Weet mijn haat was slechts voor mij
Het was ik die daar verbrandde
O lieve moeder, uit wie ik ben geboren
Ik verdronk haast in al wat jij mij gaf
Maar zonder jou had ik nooit geweten
Dat er zoiets als liefde was
En aan jou die ik heb bemind
Met al het vuur dat in mij zat
Eind goed al goed dat ik ben verlaten
Ik dank je voor alles dat er was
Aan de vreemde die mijn nood verlichtte
Toen ik brood of water nodig had
Ik bid tot God dat zij jou mag schenken
Al het goede dat jij mij gaf
Aan de vrienden die mij omringen
Zonder jullie was ik nooit mens geweest
Was blijven schuilen, achter dikke tralies
Was blijven huilen als een eenzaam beest
(Lente 2004)
---------------------------------------
Meer! Geluid
Het blijkt weer keer op keer. Meer is minder.
Maar van mijn fouten moet ik leren. Toch?
Daarom daarom wil ik weten:
Waarom wil ik meer?
Ik schonk meer verdriet dan ik heb gekregen.
Ik nam meer geluk dan ik gaf.
Wilde niemand benadelen.
Ik wilde enkel meer.
refr. Meer is minder, minder is meer.
(dat blijkt ook wel weer elke keer)
Meer is minder, minder is meer.
(dat blijkt ook wel weer elke keer)
Zonder chocola kan ik niet leven.
1 sjekkie is ook al niet genoeg
Alles zullen we eerlijk delen
Ik een beetje meer.
Gitaren banjos vrouwen mandolines
Alles waar ik muziek uit halen kan
Met 1 liedje ben ik niet tevreden
Ik wil altijd meer.
refr.
(September 2004)
---------------------
Brieven
Teveel brieven heb ik jou geschreven
Teveel woorden heb ik jou gestuurd
Teveel aandacht heb jij van mij gekregen
Hoe minder stilte hoe langer het duurt
Ik ben aan het lopen
Soms wel moeite met staan
Maar het lijdt geen twijfel
Mijn tijd komt eraan
Denk aan onze verjaardag
Wij waren veel meer dan elkaars cadeau
Soms zou ik willen dat jij blij was als jij mij zag
Maar ik weet: het is beter zo
Ik ben aan het lopen
Heel wat stappen gedaan
Het lijdt geen twijfel
Mijn tijd komt eraan
Jij hebt mij gevonden en gered van de goot
Ik omarmde het leven toen ik jou in mijn armen sloot
Ja hou je maar sterk, ja hou je maar taai
Maar vrees geen tranen, die horen erbij
Ik ben aan het lopen
Geen moeite met staan
Het lijdt geen twijfel
Mijn tijd komt eraan
(Winter 2001)
---------------------------------------
Drie Jaren
Beste vriend, waarom vraag je
hoe mijn jaren zijn vergaan?
Waarom wil je weten
van paden en wegen?
Er valt niets te zeggen
niets valt te zwijgen.
Praat niet, ga niet
ik vertel je mijn verhaal.
Ik zal je doen lachen
je zal me benijden
ik kan niet ontkennen
dat ik het goed heb gehad.
Maar de meeste van dagen
waren als nachten
en de nacht is zo tijdloos
als een zwart gat.
Ik kijk uit op een schoorsteen,
drie kerken uit het raam.
Drie jaren in deze stad
waren leerzaam voor het hart.
Ik dank al mijn liefdes
van geest en van vlees.
Zonder jullie
was ik hier nooit geweest.
Waar ik naar heen was gevlogen,
naartoe was gedreven.
Het maakt echt niet uit
waar ik heen was gedwaald.
Ik bleef voor je lach
je trillen en beven
Je stilte, je woorden,
de klop van je hart.
Ik liep eens richting bergen.
Tot de heuvels ben ik geraakt.
Gestrand in moerassig veen
in gebed met grind en steen.
Ik plantte hier bomen,
heb rotsgrond ontgind.
Ken meer geluk nu
dan als kind.
Nog niet klaar met lopen,
nog niet aangekomen.
Nog niet halverwege,
geen plek is bepaald.
Waar ik nu ben,
daar kan ik niet blijven.
Ik zeg nu vaarwel,
ik moet nu echt gaan.
(Herfst 2003)
-------------------------------
De Illegaal
Nee, ik ben geen held,
maar ook geen dief
Ook geen heilige
Mijn wilskracht bracht mij hier
Maar nu ben ik
Tot wanhoop gedreven
Voor jullie wet ben ik geen mens
Slechts een verzoek
Dat is afgewezen.
Mijn huis is nu de straat
Ik zoek een plek
Waar ik kan onderduiken
Ik wil leven
Ik wil bouwen
Maar niemand wil mij vertrouwen
Want: voor jullie wet ben ik geen mens
Slechts een verzoek
Dat is afgewezen.
(Winter 2004)
De Dwaas
Naast jouw bed daar lag de dwaas
In dat bed daar lagen wij
Onze huid en haren o zo zacht
Zo voorzichtig, maar zo vrij
De kaart die lag daar op de grond
Waarschuwend blaft de witte hond
Een knapzak bungelt op zijn rug
Dromend over de weg kijkt hij naar de lucht
Waar wij ook gaan
Waar wij ook staan
Wij zijn altijd onderweg naar nergens
Wanneer je je geeft
Aan mijn lichaam warm en breed
Voer ik je mee onderweg naar nergens
Van brood en spelen leven wij
Verslaafd aan alles zijn wij zo vrij
Iedereen ziet de tekenen aan de wand
Maar iedereen roept: "er is niets aan de hand"
Maar moet ik zingen over de martelkamers
De uitbuiting en de slavernij?
Mag ik huilen over de gewonde aarde
Door onze hebzucht een giftige woestenij?
Hoe sneller wij gaan
Hoe sterker wij lijken te staan
Wij racen alleen maar onderweg naar nergens
Hoe meer wij blijven doen
Voor de godverdomd vergeten poen
Wij zijn alleen maar onderweg naar nergens.
De dwaas spookt in jouw huis nog rond
Het portret aan de muur, het vel op de grond
Laatst lag ik daar zelfs in eigen lijf
Een sterke vrouw die dan niet bezwijkt
Maar het heeft geen zin om op mij te bouwen
Ik zeg je zelfs: je mag van mij niet houden
Maar een glimlach speelt weer met je mond
De dwaas ligt immers weer bij je op de grond
Waar wij ook gaan
Waar wij ook staan
Wij zijn altijd onderweg naar nergens
Wanneer je je geeft
Aan mijn lichaam warm en breed
Voer ik je mee onderweg naar nergens
(2001)
Zoek & Vind
Ik weet niet hoe te leven
Tussen plastic geld en staal
Is dit het nu: het mens-zijn
Is het werkelijk zo banaal?
Is het enkel functioneren
Als een nummer in de rij?
Nee, wat ze ook beweren
Arbeid maakt niet vrij
refr: Maar wees voorzichtig met wat je zoekt,
Want wie zoekt die vindt.
Praat niet van ministers
Instituties of premier
Ons vrije Westen of Al-Kaida
De president van de USA
Enkel meelijwekkend schuim
Op de golf van deze tijd
De wolven de herders als de schapen
Vernietigen met hun vlijt
refr.
Maar zelf ben ik niet anders
Ik ben er ook slechts een
Die tracht te overleven
In een wereld wezensvreemd
De wijzen zijn in stilte
Maar daar ik zo wijs niet ben
Kan ik hier enkel zijn
In mijn woorden en mijn stem
refr.
De fundamenten breken
De orkaan raast over het land
Wat dat is: het mens zijn
Dat staat niet in de krant
Kan toch enkel zoeken
In de manier waarop ik leef
Want de raadsels van het leven
Zijn te groot voor onze geest
refr.
(Winter 2004)
----------------------------------------
Wormvoer Blues Live
Als ik in mijn graf lig. Boven mijn hoofd een steen.
Als ik in mijn graf lig. Boven mijn hoofd een steen.
Dans dan om te vieren. Dat ik heb geleefd.
De wormen die gaan vreten. Aan mijn vette lijk.
De wormen die gaan vreten. Aan mijn vette lijk.
Het is een eerlijk maal. Eet smakelijk.
Dans en vier het leven! Want dat jij leeft is fijn!
Dans en vier het leven! Want dat jij leeft is fijn!
Leef elke ademtocht: het kan je laatste zijn!
Als ik in mijn graf lig. Boven mijn hoofd een steen.
Als ik in mijn graf lig. Boven mijn hoofd een steen.
Dans dan om te vieren. Dat ik heb geleefd.
(November 2004)
-------------------------------
Samira Geluid
Je krullen ze springen
Ze dansen in het rond
Je lippen ze spelen
Met mijn verbaasde mond
Je lijfje teder
als het wuivend graan
Je geest die vlamt
Als een vulkaan
Je kijkt weg je kijkt me aan.
Je kijkt weg je kijkt me aan.
Zo vertrouwd, maar o zo vreemd.
Zo vertrouwd, maar o zo vreemd.
Lief meisje, mooi leeuwtje.
Blijf zitten op mijn bank
Lief leeuwtje, mooi meisje.
Ik ben net zo bang voor jou als jij voor mij.
Angst is een blinddoek
Stof van verloren strijd.
Kom kijk mij aan,
met je ogen nu bevrijdt.
(November 2004)
---------------------------------------
Amsterdam (J. Brel, vertaling: Werner van
de Vrede)
Op de wallen van Amsterdam hoor je toeristen zingen.
Zie je ze en masse verdringen voor het raam van een vrouw.
Op de wallen van Amsterdam heeft een junk zich verslapen.
Hij zal zijn dagen vergapen, zonder spijt of berouw.
Op de wallen van Amsterdam schreeuwt een yank die zich verbeeld
Dat hij de wereld beveelt terwijl hij slechts de ochtendrust steelt.
Maar op de wallen van Amsterdam is ook een meisje dat ontwaakt.
Na een ondiepe slaap, in een huis vers gekraakt.
Op de wallen van Amsterdam, daar kun je vet eten.
Hele rivieren leegvreten, het laatste fruit van de zee.
Ja de vis is het bewijs van het gekeerde tij,
Van de zware averij, van het verloren paradijs.
En het bestaan van de zalm, vindt zijn zin in de saus
die van hun kinnen druipt, terwijl de champagne bruist.
Ja onder luid feestgedruis, breken zij het brood,
verdelen de wijn en vergeten de pijn.
Op de wallen van Amsterdam daar zie je ze dansen
Met lijven bezweet grijpen ze een meisje beet.
Ze draaien en ze dansen als de dalende zon,
Op het ranzige geluid, van een oude accordeon.
Met gooit het ding op de grond, gewoon voor de grap.
Tot, met een klap, het instrument brak.
O wat kijkt men dan fier, wat kijkt men dan trots
Het zijn holbewoners in een donkere grot.
Op de wallen van Amsterdam daar zie je ze zuipen.
Ze zuipen en zuipen, tot ze verzuipen.
Ze heffen het glas op de goedkoopste hoer.
Gevlucht uit welk land, dat doet er niet toe.
Men drinkt op iedere vrouw die haar lichaam wegschenkt.
Voor een schamele cent. En klaargekomen is de liefde gedaan.
Ze poepen op de maan. Ze pissen zoals ik huil.
Op het verdriet aangedaan.
Op de wallen van Amsterdam.
Op de wallen van Amsterdam.
(Zomer 2003)
------------------------------------
Ren weg.(Cut Loose)
Jij was het hert
Nam mij als jager.
Het was een heerlijk spel.
Na die nacht
Kon niets ons stoppen.
Al probeerde ik dat wel.
Jij stierf bijna
Door mijn lippen
De uren van genot.
Ooo
Onze honger
Maakt ons nog kapot.
Ren weg, ren weg, ren weg, en laat ons weer vrij.
Je zei: het vlees
moet ons plezieren.
Maar jij droomde meer dan dat.
Ik ben de rots niet
Waarop jij kan bouwen.
Zo lief heb ik jou nooit gehad.
Ren weg, ren weg, en laat ons weer vrij.
(Zomer & Winter 2004)
Alle bovenstaande liedjes zijn geschreven door Werner
van de Vrede behalve waar anders aangegeven. Zingen en verspreiden wordt
aangemoedigd mits dit op niet commerciele basis en met bronvermelding
gebeurd. Verder geldt: copyright Werner van de Vrede, ik kan er ook niets aan doen....