Alle Zeilen Bij
Surf op drijfzand
Drijf maar op je surfplank
Ploeg jezelf
Door de modder van het bestaan
Jij die denkt
Dat alles droog zal blijven
Trek nu alvast
Je zwembroek maar aan
Nee, o nee,
Ik wil geen onheil preken
Liefde is groot
En de aarde draait wel door
De dood is niets
Dan de bodem van dit leven
Leven is niets
Dan het examen voor de dood
Alle, alle, alle zeilen bij
Bouw op de zandbank
Werk maar aan het grootse plan
De luchtkastelen
Tussen zon en maan
De wortels drijven
De grond is weggeslagen
Op lemen voeten
Kan de reus niet staan
Alle, alle, alle zeilen bij
Weer op pad
Weer op pad, weer op pad
Ik kon niet blijven waar ik was
Weer op pad
Zit in de trein naar Amsterdam
Het kale land glijdt langs mijn raam
Ik weet wat ik achter laat
Alleen god weet waar ik morgen sta
In Middelburg woonde ik een jaar
Het was niet goed, het was niet kwaad
Ik kan niet klagen over wat er was
Ik heb zelfs vrienden in die stad
Weer op pad, weer op pad
Ik kon niet blijven waar ik was
Weer op pad
Ik sta op het Centraal Station
Met mijn fiets, twee tassen vol
Met mandoline en gitaar
En mijn rugzak sta ik daar
Weer op pad, weer op pad
Ik kon niet blijven waar ik was
Weer op pad
Maar echt, ik ben het zwerven moe
Ik hoef helemaal nergens meer naar toe
Heb ik de sleutels van een eigen huis
O dan blijf ik lekker...
Thuis
Land als Kind
Aan de dijk vlakbij het schelpenstrand
Waar ik over de Schelde staarde
Boot of schip laat mij met je varen
Naar een nieuwe kust
Op die dijk met riet en modderplassen
Sprong ik een reus van stad tot stad
Over zeeen en ravijnen
Continenten, koninkrijken
Land als kind, mijn land als kind
In het brakke Braakmanwater
Zwom ik tussen lijntjes in
O eiland waar ik naar reikte:
Ik kon slechts van afstand kijken
Ik zat in de klas met Marjolein
Zo lief, zo teer, zo mooi, zo fijn
Ik durfde amper met haar te praten
Laat staan dat ik haar aan zou raken
Land als kind, mijn land als kind
Soms denk ik nog aan Peter-Jan
Hij was toen al een grote jongen
Wij wierpen sterren, sprongen van schommels
Tekenden strips of deden niks
Jaren later zag ik hem in de stad
Een kunstenaar die toekomst had
Kijk wat een mooie tekening
Een kogel streepte die rekening
m m m, m m m
Tussen Terneuzen en de Braakman in
Daar staat de Dow met hoge torens
Zij fakkelt haar vlammen dag en nacht
Je ziet ze branden van verre af
Nummer Een ligt vlakbij Boerenhol
't Boerengat grensde aan de Knol
O Wulpenbek en Vogelwaarde
Vette klei, zwarte aarde
Land als kind, mijn land als kind
De plek waar ik ooit hutten bouwde
Staat nu vol met flatgebouwen
Wat daar nog rest van mijn land als kind
Is de zilte smaak van de zoete wind
O dijk vlakbij het schelpenstrand
Waar ik over de Schelde staarde
Boot of schip laat mij met je varen
Naar een nieuwe kust
Ze houdt van de Zee
Ze loopt met haar dochter over het strand
Enkel de Zee maakt gedachten leeg
En weg is de man die zo plotseling kwam
Zijn storm was teveel
Hij kwam met 'wij' en 'graag of niet'
Vol hoop, met beloftes en verdriet
Zij houdt van de Zee, maar niet van de vloed
Rond haar hoofd waait een ander
Die als een stilleven ligt
Gedrukt in de woorden van haar gedicht
Ze houdt van de Zee, maar de vloed is vervloekt
Dan hoort ze haar dochter
Lachend om het zand
Ze geeft haar een zoen, neemt haar bij de hand
Ze houdt van de Zee en alles is goed
Ierse Zee
Ik vaar weer over de Ierse zee
In Dublin kom ik aan
Ik vaar weer over de Ierse zee
In Dublin kom ik aan
Ik ontmoette Anastasia
Zij was mooier dan de maan
Ik ontmoette Anastasia
Zij moest helaas weer gaan
In Mayo zijn de golven hoog
Veel hoger dan een man
In Mayo zijn de golven hoog
Veel hoger dan een man
Galway is een fijne stad
Ik zong in elke steeg
Galway is een fijne stad
Ben in elke kroeg geweest
Ik vaar weer over de Ierse zee
In Fishguard kom ik aan
Ik vaar weer over de Ierse zee
In Fishguard kom ik aan
Laat de last
Al de jaren dat ik vluchtend was
Voor mezelf, alles, iedereen
Waar ik ook op weg naar was
Ik ging nergens heen
Ik droeg de last
Om stil te staan
Ik zwierf van stad tot stad
Ik zwierf van huis tot huis
Waar ik ook een sleutel had
Nergens was ik thuis
Ik loste de last
Om op te staan
Halverwege dit levenspad
Nam ik een besluit
Ik wist niet dat het zo simpel was:
Adem in adem uit
Ik laat de last
Om verder te gaan
Wandelschoenen
Ik heb mijn wandelschoenen, mijn wandelschoenen aan
Ik zal straks weer vertrekken, ik moet straks weer gaan
Ik ga naar de bergen of waar het lot mij brengt
Ik ontmoet vele goede mensen, waarvan jij er eentje bent
Maar op een dag dan zal ik stoppen, zal ik blijven waar ik ben
Naast die vrouw waar ik mij neerleg waar ik me aan beken
Maar tot dan die wandelschoenen, hou ik mijn wandelschoenen aan
Ik zal straks weer vertrekken, ik moest straks weer gaan
Vertel me iets nieuws
Jij vertelt mij van alle rampen
Die bezig zijn of komen gaan
Van de mens die in een robot verandert
De aarde die zat is van ons bestaan
Van de roverbaronnen die de wereld verdommen
Van mind-control, controlestaat
Van boze olifanten, verdwenen regenwouden
Dode walvissen en ratten zonder staart
Van de legers die klaarstaan om miljoenen te doden
De titanenstrijd die over ons raast
Je vertelt niets nieuws, je vertelt niets nieuws
O het zal wel dat de wereld vergaat
Maar als je denkt dat de wereld vergaat
Plant dan een boom!
Vertel mij liever van het wonder van water
De geur van de bloem en de kleur van je ziel
Vertel mij liever van zonlicht en liefde:
Vertel me iets nieuws!
O het zal wel dat de wereld vergaat
Maar als je denkt dat de wereld vergaat
Plant dan een boom!
Man alleen
In elke kroeg na middernacht
Zit een eenzame die snakt
Naar iemand warm en zacht
En natuurlijk houdt hij hoop
Want zonder hoop is hij slechts schroot
Hoop en liefde
Een nacht slaat hij niet af
Terwijl hij toch eigenlijk wacht
Op iemand voor iedere dag
Misschien ken ik jou al een jaar of tien
Misschien heb ik jou nog nooit gezien
Misschien ben je blond, bruin of rood
Heel gewoontjes of een echte stoot
Misschien ben je rood, blond of bruin
Iets te lang of veel te klein
Misschien ben je bruin, rood of blond
Veel te dun of als een ton zo rond
Zolang jouw ziel de mijne raakt
Ben je helemaal volmaakt
Dan ruim ik met liefde mijn rommel op
Misschien dat ik zelfs met roken stop
Een man alleen geeft echt geen reet
Niets is meer aan hem besteed
Pas wanneer er iemand naast hem staat
Is het leven hem iets waard
Ik geloof niet dat een man zonder liefde leven kan
Een mens hoort niet alleen.
Stap voor Stap
Dit is een lied voor bij het lopen
Er is een lange weg te gaan
Wees niet vertwijfeld kijk niet achterom
Vooral niet stil blijven staan
En als de wanhoop jou weer overvalt
Loop dan stug door
Weest niet bang om op je bek te gaan
Rechtop de bochten door
Loop ook door bij storm en regen
Wanneer de zon jouw huid verschroeid
Maar sta ook stil bij hoop en zegen
En hoe je bent gegroeid
Als de wanhoop jou weer overvalt
Loop dan stug door
Wees niet bang om op je bek te gaan
Rechtop die bochten door
Stap voor stap. Meter voor meter
Stap voor stap. Meter voor meter
O nee, o nee, het is niet gemakkelijk
Het zal niet vanzelf gaan
En als je weer eens bent gevallen
Vergeet niet op te staan!
Schuil in mij
Als een boom die wortelt in de lucht
Waaide ik met winden mee
altijd op de vlucht
Ik holle stam zoek naar de grond
Om die wortels uit te slaan
Te bouwen en te groeien
Voor iemand recht te staan.
O kom, Schuil in mij
Op het kruispunt hang ik al vele levens rond
Telkens weer meegesleurd door wat mij overkomt
Maar hoe je je door de golven slaat
Ligt echt in eigen hand
Zelfs als de storm raast
Je laatste strohalm brandt
O kom, Schuil in mij.
Hou me wakker
Weer zo'n nacht, ik waak wat af
Ik leef als een onbegrepen vraag
Als ik eindelijk de slaap weer vat
Is iedereen alweer op pad
Elke minuut van elke dag
Het is een ongelijke strijd
Al mijn dromen zijn demonen
Van de eenzaamheid
Hou me wakker, hou me bij
Bid voor mij, maar laat me vrij
Laat ons nu, samen, hier
Werkelijk zijn
Ik veranderde van land
Dat maakte echt geen donder uit
Waarheen een schip ook vaart
Het blijft dezelfde schuit
Met alles wat ik las
Alle kennis die ik bezat
Alle gedachten die ik had
Wat weet ik nu van wijsheid af?
Hou me wakker, hou me bij
De slaap overvalt ook mij
Laat ons nu, samen, hier
Werkelijk zijn
Klei, wei en water
Ik kom uit het land
Van klei, wei en water
Brak zoet of zout
Regen wind en kou.
In het land der blinden
Slaapt een dove koning
In zijn dromen hoort
Hij het blaffen van de hond
Ja ik heb geworsteld
Mijn hoofd is bijna boven
Ik wacht op de zeis
Die het maaiveld scheren zal
De rietkagen wuiven naar de eenzame kreek
De graanstengels buigen voor de lucht laag en bleek
De strohalmen drijven op de golven die slaan
tegen armen die grijpen naar een beter bestaan
Ik kom uit het land
Van kunstmest en snelweg
Stapels formulieren
Waar de mensen zijn als mieren
Ik kom uit het land
Van klei, wei en water
Brak zoet of zout
Regen wind en kou
Terneuzen
Na lange lange tijd
Weer in mijn oude stad
De plaats waar ik
Geboren en getogen was
Plots hoorde ik mijn naam
Dus draaide ik mij om
Ik zag een schoonheid staan
Mijn hart schoot uit de kom
Hey hey Mirjam, blij dat ik jou tegenkwam
Hey hey Mirjam, ik zie je weer in Amsterdam
Toen ik de eerste hulp vroeg
Belandde ik in een kroeg
Waar de whisky en de wiet
Niemand nog ontziet
Waar de koppen zwijgzaam praten
Over de pijnen van het hart
Waar de zoete dromen rotten
Waarvoor de kracht ontbrak
Uit arre arremoede
Ging ik naar de coffeeshop
Daar lachte jij mijn naam
Daar knapte ik van op
Hey hey Kitty, ik ben blij dat ik jou zie
Hey hey Kitty, maar jou dat zeggen durf ik niet
Mijn wereld was het riet
De knotwilg aan de kreek
Waar ik in dromen zwom
Elke zee bedwong
Maar wij ganzen spelen zwaan
Met vleugels sterk en wijd
Trots als de woontoren
Die de dijk doormidden snijdt
Hey Terneuzen, ik ben blij dat ik jou ken
Hey Terneuzen, ik zie je weer als ik terug ben
De Illegaal
Nee, ik ben geen held
maar ook geen dief
Ook geen heilige
Mijn wilskracht bracht mij hier
Maar nu ben ik
Tot wanhoop gedreven
Voor jullie wet ben ik geen mens
Slechts een verzoek
Dat is afgewezen.
Mijn huis is nu de straat
Ik zoek een plek
Waar ik kan onderduiken
Ik wil leven
Ik wil bouwen
Maar niemand wil mij vertrouwen
Want: voor jullie wet ben ik geen mens
Slechts een verzoek
Dat is afgewezen.
Plastic, geld en staal
Wie weet hoe te leven
Plastic geld en staal
Is dit het nu: het mens-zijn
Is het werkelijk zo banaal?
We laten ze creperen
Wachtend in de rij
Nee, wat ze ook beweren
Arbeid maakt niet vrij
refr: Maar wees voorzichtig met wat je zoekt
Want wie zoekt die vindt
Wat stamelt die minister?
Wat bazelt die premier?
Wat wil de poppenspeler?
De president van de USA?
Niets dan meelijwekkend schuim
Op de golf van deze tijd
De wolven en de schapen
Vernietigen met hun vlijt
refr.
Maar zelf ben ik niet anders
Ik ben er ook slechts een
Die tracht te overleven
In een wereld wezensvreemd
De wijzen zijn in stilte
Maar daar ik zo wijs niet ben
Kan ik hier enkel zijn
In mijn woorden en mijn stem
refr.
De fundamenten breken
De orkaan raast over het land
Wat dat is: het mens zijn
Dat staat niet in de krant
Probeer dan maar te zoeken
In de manier waarop ik leef
Want de raadsels van het leven
Zijn te groot voor onze geest
refr.
Wormvoer Blues
Als ik in mijn graf lig
Boven mijn hoofd een steen
Als ik in mijn graf lig
Boven mijn hoofd een steen
Dans dan om te vieren
Dat ik heb geleefd
De wormen die dan vreten
Aan mijn vette lijk
De wormen die dan vreten
Aan mijn vette lijk
Het is een eerlijk maal:
Eet smakelijk
Dans en vier het leven!
Want dat jij leeft is fijn!
Dans en vier het leven!
Want dat jij leeft is fijn!
Leef elke ademtocht:
Het kan je laatste zijn!
Als ik in mijn graf lig
Boven mijn hoofd een steen
Als ik in mijn graf lig
Boven mijn hoofd een steen
Dans dan om te vieren
Dat ik heb geleefd
Alle bovenstaande liedjes zijn geschreven door Werner
van de Vrede behalve waar anders aangegeven. Zingen en verspreiden wordt
aangemoedigd mits dit op niet commerciele basis en met bronvermelding
gebeurd. Verder geldt: copyright Werner van de Vrede, ik kan er ook niets aan doen....